-
1 alles op alles zetten
alles op alles zetten————————alles op alles zettenfaire l'impossible (pour que <+ aanvoegende wijs>) -
2 alles op alles zetten
alles op alles zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles op alles zetten
-
3 zetten
1 [doen zitten] asseoir2 [plaatsen] mettre3 [aannemen] prendre4 [bereiden] préparer5 [in de vereiste stand brengen] remettre (en place)6 [drukwezen] composer7 [verwedden] miser♦voorbeelden:een huis (laten) zetten • (faire) construire une maisonstoelen zetten • placer des chaisesiemand gevangen zetten • écrouer qn.geld vast zetten • bloquer une somme d'argentde muziek zachter zetten • baisser le son de la musiqueiemand eruit zetten • expulser qn.knopen aan een jas zetten • coudre des boutons à un pardessusiets in elkaar zetten • monter qc.geld op zijn rekening zetten • verser de l'argent sur son compteiets op zijn plaats zetten • ranger qc.〈 figuurlijk〉 zich over iets heen zetten • digérer qc.het zetten van een tekst • la composition d'un texte¶ iemand niet kunnen zetten • ne pas pouvoir sentir qn.zich aan iets zetten • se mettre à qc.iemand aan het werk zetten • mettre qn. au travailalles op alles zetten • faire l'impossible (pour que <+ aanvoegende wijs>)het op een lopen zetten • prendre ses jambes à son couhet op een huilen zetten • se mettre à pleurer -
4 alles
1 tout♦voorbeelden:alles op alles zetten • 〈m.b.t. risico〉 risquer le tout pour le tout; 〈m.b.t. inspanning〉 faire le maximumvan alles (en nog wat) • toutes sortes de chosesvóór alles • avant tout -
5 alles
alles1〈 het〉♦voorbeelden:————————alles2♦voorbeelden:is dat alles? • 〈 in winkel〉 will that be all?dat is alles • that's it/everythingik weet er alles van • I know all about italles en iedereen • one and all(het is) alles of niets • (it's) all or nothinghij vervloekt alles wat Duits is • he hates everything Germanalles op alles zetten • go all outvan alles (en nog wat) • all sorts of thingser is van alles voldoende • there is enough of everythingbijna van alles heeft hij gedaan • he has done just about everythingvóór alles • above allhet heeft er alles van dat • it looks (very much) as ifalles bij elkaar viel het mee • all in all/all things considered it was better than expectedalles op zijn tijd • all in due course/in good time→ link=einde einde -
6 alles nog eens op een rijtje zetten
alles nog eens op een rijtje zettenDeens-Russisch woordenboek > alles nog eens op een rijtje zetten
-
7 alles op het spel zetten
alles op het spel zetten -
8 alles op één kaart zetten
alles op één kaart zetten -
9 alles nog eens op een rijtje zetten
alles nog eens op een rijtje zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles nog eens op een rijtje zetten
-
10 alles op een rijtje zetten
alles op een rijtje zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles op een rijtje zetten
-
11 alles op één kaart zetten
alles op één kaart zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles op één kaart zetten
-
12 alles auf einen Wurf setzen
alles auf einen Wurf setzenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > alles auf einen Wurf setzen
-
13 alles op een kaart zetten
мест. -
14 alles op haren en snaren zetten
мест.общ. приложить все усилия -
15 alles op stelten zetten
мест.перен. перевернуть всё вверх дном -
16 je moet niet te veel op één paard wedden/alles op één paard zetten
je moet niet te veel op één paard wedden/alles op één paard zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je moet niet te veel op één paard wedden/alles op één paard zetten
-
17 zijn leven/alles op het spel zetten
zijn leven/alles op het spel zettenrisk/stake one's life/everythingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn leven/alles op het spel zetten
-
18 fighting chance
alles op alles zetten -
19 shoot the works
-
20 work
adj. van het werk--------n. werk; arbeid; beroep; werkplaats; handenarbeid; arbeid; handeling; inspanning--------v. werken; arbeiden; aan het werk zetten; lopen, functioneren; veroorzaken; leiden; oplossen; langzaam vooruit komenwork1[ wə:k]2 borduur/hand/naaldwerk♦voorbeelden:have one's work cut out (for one) • ergens de handen aan vol hebbenset to work • aan het werk gaan/zettenset about one's work in the wrong way • verkeerd te werk gaanat work • aan het werk; op het/zijn/haar werkmen at work • werk in uitvoeringbe in regular work • vast werk hebbenthis must be the work of the cat • dit heeft de kat vast gedaanthe work of an hour/a day • een uur(tje)/dag werkout of work • werkloos〈 spreekwoord〉 all work and no play makes Jack a dull boy • 't is een slecht dorp waar het nooit kermis is; de boog kan niet altijd gespannen zijnII 〈 meervoud〉1 oeuvre ⇒ werken, verzameld werk♦voorbeelden:¶ 〈 slang〉 give someone the works • iemand f onder handen nemen; 〈 in het bijzonder〉 iemand om zeep helpen〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 shoot the works • alles op alles zetten, alles riskerenit's in the works • er wordt aan gewerkt→ public public/————————work2♦voorbeelden:the scheme didn't work • het plan werkte nietwork away • (druk) aan het werk zijnwork on • doorwerkenwork against • tegengaan/werken, belemmerenwork at • werken aan, zijn best doen opit works by electricity • het loopt op elektriciteitwork on • werken aan, bezig zijn metwork to • werken volgens/aan de hand vanwork (up)on • van invloed zijn op, doorwerken in/opwork with • (samen)werken metwork round to • toe werken naar/aansturen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verrichten ⇒ tot stand brengen, bewerkstelligen3 in werking zetten ⇒ aanzetten, bedienen, bewerken, in bedrijf houden5 bewerken ⇒ kneden, werken met7 (op)naaien ⇒ stikken, borduren♦voorbeelden:3 work a district • een district afwerken/reizenwork a farm • het boerenbedrijf uitoefenenwork a mine • een mijn exploiterenworked by steam • met stoom aangedrevenwork one's way to the top • zich naar de top werken5 work clay • kleien, boetserenwork someone to tears • iemand in huilen doen uitbarsten
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Karte — Der Ursprung des Kartenspiels liegt im dunkeln. Wahrscheinlich stammt es aus China, denn dort lassen sich um 1200 die ersten Spielkarten überhaupt feststellen. sie verbreiteten sich von da aus über ganz Asien; im 16. Jahrhundert finden wir sie… … Das Wörterbuch der Idiome
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ehre — 1. Allweg die Ehren unsere Sitten verkehren. – Eiselein, 134. Engl.: Honours change manners. (Bohn II.) Frz.: Honneurs changent moeurs. (Eiselein, 134.) Lat.: Honores mutant mores: Hurres murres. (Eiselein, 134.) 2. An Ehren ab, an Schanden auf,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Topf — 1. A kuscherer Topp ün a kuscherer Löffel is kuscher, (Jüd. deutsch. Warschau.) Kuscher heisst, was nach den jüdischen Speisegesetzen erlaubt ist. Wenn man regelmässig verfährt, so ist alles in Ordnung. 2. Alles ist, wie man einen in den Topf… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon